Volgens artikel 3 van de Arbowet moet een werkgever beleid voeren dat gericht is op een veilige werkplek, waarbij het voorkomen van psychosociale arbeidsbelasting (PSA) centraal staat. Ongewenste omgangsvormen vallen onder PSA. Het geven van voorlichting en instructie aan werknemers is een cruciaal onderdeel van dit beleid. Deze voorlichting omvat onder meer:

  • Bewustwording: Werknemers moeten leren wat onder ongewenste omgangsvormen valt en welke gevolgen dit gedrag kan hebben voor de slachtoffers, het team en de organisatie.

  • Herkenning: Trainingen en voorbeelden helpen medewerkers en leidinggevenden om signalen van ongewenst gedrag tijdig te herkennen.

  • Handelwijze: Voorlichting moet duidelijk maken welke stappen werknemers kunnen ondernemen als zij ongewenst gedrag ervaren of signaleren. Dit omvat informatie over interne procedures en externe instanties zoals de Inspectie SZW.

  • Preventie: Voorlichting moet ook gericht zijn op het bevorderen van respectvol gedrag en een inclusieve werkcultuur.

De voorlichting moet regelmatig herhaald worden en aansluiten bij de specifieke risico’s van de organisatie en de werkvloer.

Indien u informatie wilt ontvangen over voorlichting over ongewenst gedrag kunt u contact met ons opnemen.